Behandeling van klachten
Heeft u erg veel klachten van hartkloppingen, gejaagdheid en zweten dan krijgt u hier in het begin medicatie voor (bijvoorbeeld metoprolol of propranolol). Hierdoor verminderen deze klachten.
Roken
Roken is een risico voor het krijgen van een ernstige oogziekte van Graves. Als u rookt, dan heeft u een grotere kans dat uw ogen (verder) gaan uitpuilen. Daarom is het extra belangrijk om te stoppen met roken.
Voeding
Er is geen speciaal dieet voor mensen met een schildklieraandoening. Er is ook geen bewijs dat aanpassing van uw dieet de ontwikkeling van de ziekte van Graves verandert. Voor een gezond voedingspatroon volgt u de adviezen van het voedingscentrum.
Behandelopties
Als u erg actieve oogziekte van Graves heeft, dan kan uw schildklierziekte van Graves worden behandeld met medicatie of met een operatie. Als de schildklier door deze behandeling weer normaal werkt, is de kans kleiner dat uw oogklachten erger worden. Of behandeling met radioactief jodium mogelijk is hangt af van de ernst van de oogklachten. Overleg met uw behandelaar.
Meestal is behandeling met schildklierremmers de eerste keus. Schildklierremmers zorgen ervoor dat de schildklier minder schildklierhormoon aanmaakt. Hierdoor wordt de hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed weer normaal. Hoe snel dit gaat verschilt per persoon.Medicijnen die de aanmaak van schildklierhormoon remmen zijn thiamazol en PTU. Voor de behandeling van de ziekte van Graves zijn beide medicijnen zijn even goed. Toch wordt thiamazol het meest gebruikt. Het voordeel van deze schildklierremmer is dat u het maar 1 keer per dag hoeft in te nemen. PTU neemt u 3 keer per dag in. Ook geeft thiamazol minder ernstige bijwerkingen. Er zijn 2 behandelmogelijkheden:
- behandeling met alleen schildklierremmers (titratiemethode)
- behandeling met schildklierremmers én schildklierhormoon (Blokkeer- en vervangmethode)
Blokkeer-en-vervangmethode (combinatietherapie)
Bij ernstige oogziekte van Graves kiest men meestal voor de ‘blokkeer-en vervangmethode’ vanwege een stabielere instelling. Bij deze behandeling krijgt u 2 medicijnen. Eerst krijgt u een schildklierremmer. Hierdoor stopt de schildklier helemaal met het aanmaken van schildklierhormoon. Daarom krijgt u ook schildklierhormoon in de vorm van een pilletje: levothyroxine. Tijdens de behandeling controleert uw arts regelmatig uw bloed op schildklierhormoon. Indien nodig past uw arts de dosis levothyroxine aan. Voordeel – Het is (vooral in de beginfase) gemakkelijker een stabiele hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed te krijgen. U bent ook wat preciezer in te stellen. Hierdoor bent u sneller van uw klachten af dan met de titratiemethode. Nadeel – U moet 2 soorten medicijn slikken, beide in een redelijk hoge dosering.
Titratiemethode (monotherapie)
Bij deze behandeling krijgt u schildklierremmers in een zo laag mogelijk dosering. Na de startdosis verlaagt de arts de dosering langzaamaan. Hierbij kijkt de arts naar uw klachten en het schildklierhormoon in uw bloed. Het is de bedoeling dat dit medicijn uw schildklier zo wel remt, maar niet te veel. Uw schildklier maakt dan precies genoeg schildklierhormoon aan. Uw bloedwaarden worden dan weer normaal en uw klachten nemen af. Voordeel – U gebruikt maar één medicijn in een redelijk lage dosering. Uw schildklier maakt uw eigen schildklierhormoon aan. Nadeel – De waarden van uw schildklierhormoon kunnen wisselen tijdens de behandeling. Ook moet u vaker laten bloedprikken.
Beloop
Elke 6 weken tot 4 maanden controleert uw arts uw bloed op schildklierhormoon. Hoe vaak dit precies is, hangt af van hoeveel schildklierremmers u slikt én in welke fase van de behandeling u zit. Meestal stopt de behandeling na 12 tot 18 maanden. 6 weken nadat u gestopt bent met de medicatie, controleert uw arts uw bloed om te zien of uw schildklier normaal werkt. In het eerste jaar na deze behandeling controleert uw arts dit elke 3 tot 4 maanden. Daarna controleert de arts dit 1 keer per jaar. Na het stoppen met de schildklierremmers is ongeveer 50% van de patiënten genezen van de ziekte van Graves. Artsen noemen dit ook wel: de ziekte is ‘in remissie’.
Bijwerkingen van schildklierremmers
Bijwerkingen komen meestal voor in de eerste 3 maanden van de behandeling. Maar ook daarna kunnen ze nog voorkomen. Huiduitslag en gewrichtspijn zijn de meest voorkomende bijwerkingen van dit medicijn. U kunt ook een zeldzame bijwerking krijgen waarbij u ineens te weinig witte bloedcellen heeft. Deze bijwerking komt voor bij 0,3 % van de patiënten. Witte bloedcellen zijn belangrijk om ontstekingen te voorkomen. Heeft u te weinig witte bloedcellen? Dan kunt u ineens koorts en keelpijn krijgen. Heeft u daar last van? Dan moet u meteen de huisarts of huisartsenpost bellen. Uw bloed moet dan worden nagekeken. Heeft u te weinig witte bloedcellen en stopt u met het slikken van schildklierremmende medicatie? Dan krijgt u snel weer nieuwe witte bloedcellen.
Het moment van bloedafname en tijdstip na inname van medicatie heeft slechts een kleine invloed op de bloedwaarden. U kunt de bloedafname op elk moment van de dag plannen. Dit hoeft niet nuchter.
Zoeken naar goede bloedwaarden
Elke patiënt heeft zijn eigen bloedwaarden waarbij hij zich goed voelt. Zo voelt de ene patiënt zich goed bij een TSH-waarde van 1,0 mE/L en de andere patiënt juist bij een TSH-waarde van 3,0 mE/L. De verschillen tussen patiënten zijn groot. Een goede instelling op schildkliermedicatie luistert dus nauw. Toch voelen de meeste patiënten zich goed met een TSH-waarde van rond 1 mE/L. Daarom past de arts de dosis aan als de klachten niet verdwijnen. Op korte termijn geeft dit vaak een verbetering. De hogere dosis schildklierhormoon of een lagere dosis schildklierremmer geeft tijdelijk meer energie. Maar op langere termijn is dit zeker niet altijd zo. Het kan namelijk ook zo zijn dat iemand zich juist beter voelt bij een wat lagere dosis schildklierhormoon of een hogere dosis schildklierremmer. Dit hangt alles af van de bloedwaarden waarbij de patiënt zich goed voelt. Door goed samen te werken, kunnen arts en patiënt samen uitzoeken welke bloedwaarde dat is. En welke dosis medicatie daarvoor nodig is. Het verschilt per patiënt hoelang het instellen van de schildklierwaarden duurt en de hij zich goed voelt. Bij sommigen gaat dit snel, maar bij anderen kan het ook een jaar duren.
Overzicht verschillende medicijnen en behandelingen
Klik op de afbeelding om de tabel goed te kunnen bekijken!

Heeft u een zeer ernstige oogziekte van Graves? Of veel last van een struma. Dan heeft een operatie de voorkeur. Meestal wordt uw schildklier dan (bijna) helemaal weggehaald. Voor de operatie krijgt u meestal eerst schildklierremmers. Daardoor gaat de schildklier weer normaler werken. De kans op problemen tijdens of na de operatie wordt hierdoor veel kleiner.
Voordelen
- De ziekte van Graves is meteen genezen.
- Eventuele klachten van een vergrote schildklier kunnen minder worden.
- Als u oogklachten heeft, kunnen deze na de operatie sneller rustiger worden.
- Al 6 tot 8 weken na de operatie kunt u veilig zwanger worden als uw bloedwaardes in orde zijn.
Nadelen
- Het is een operatie met de risico’s die daarbij horen, zoals ontstekingen of bloedingen.
- Er kunnen problemen ontstaan:
- Er is een kleine kans van 0,3% dat uw stem hees wordt en blijft. Dit komt door schade aan een zenuw die door de schildklier loopt. Uw stem kan ook tijdelijk hees worden. De kleine kans hierop is 5%;
- Er is een kans dat de bijschildkliertjes schade oplopen. De kans is 7% dat deze schade tijdelijk is. De kans is 2% dat dit blijvend is. U krijgt dan te weinig bijschildklierhormoon en te weinig kalk in het bloed. U moet dan calcium en vitamine D slikken.
- De schildklier is weggehaald. U moet daarom de rest van uw leven schildklierhormoon (levothyroxine) slikken. Zo krijgt u toch voldoende schildklierhormoon in uw bloed.
- De operatie geeft een litteken in de hals.
Behandeling met radioactief jodium wordt afgeraden bij zeer ernstige oogziekte van Graves. Het kan de oogklachten namelijk doen toenemen. Heeft u milde oogklachten of is de oogziekte van Graves tot rust gekomen? Dan kunt u later soms wel radioactief jodium krijgen. Overleg met uw behandelaren.
Soms geven schildklierremmers niet genoeg resultaat. Het kan ook zijn dat u niet goed tegen deze medicijnen kunt. Ook kan de ziekte van Graves na verloop van tijd terugkomen. In deze gevallen kiest men vaak voor behandeling met radioactief jodium, een operatie of langdurig medicatie.
Hoe werkt radioactief jodium?
Bij deze behandeling krijgt u een capsule met radioactief jodium. Uw schildklier neemt het meeste radioactieve jodium op. De rest plast, poept of zweet u uit. Het radioactieve jodium zendt straling uit in de schildklier. Daardoor gaat een deel van de schildkliercellen kapot. Hoeveel cellen kapotgaan, hangt af van hoeveel radioactief jodium u krijgt. Meestal krijgt u zo weinig radioactief jodium dat u meteen naar huis kunt. Na een aantal weken is de radioactiviteit uitgewerkt.
Veiligheid
Veel mensen schrikken van het woord radioactief. Dat is niet nodig, want de behandeling met radioactief jodium is veilig. Radioactieve straling komt overal om ons heen voor. Radioactief jodium capsule zend straling uit. De behandeling met radioactief jodium geeft geen risico op kanker. De straling behandelt alleen de schildklier, omdat al het radioactief jodium in de schildklier gaat zitten. Het komt dus niet op andere plekken in het lichaam.
Voorbereiding
Voor de behandeling volgt u een speciaal dieet met een laag jodium gehalte. Daardoor neemt uw schildklier tijdens de behandeling zo veel mogelijk radioactief jodium op. Een aantal dagen voor de behandeling stopt u met het slikken van schildklierremmers.
Leefregels
Als u na de behandeling uit het ziekenhuis vertrekt, krijgt u leefregels mee voor de een paar dagen. Het duurt namelijk enkele weken voordat de radioactieve straling is uitgewerkt. U kunt dus een beetje straling geven aan andere personen. Houdt daarom afstand, bij voorkeur meer dan 2 meter. Elkaar aanraken, een knuffel geven of kort contact kan wel. Pas extra op met kinderen en zwangeren. Kinderen in de groei zijn gevoeliger voor straling. Ontwijk daarom direct lichamelijk contact met kinderen jonger dan 10 jaar. Laat ze door anderen verzorgen. Ontwijk ook contact met zwangere vrouwen.
Beloop
Het kan 3 tot 6 maanden duren voordat het resultaat van de behandeling duidelijk is. Een aantal dagen na de behandeling met radioactief jodium gaat u weer schildklierremmers gebruiken. Zo voorkomt u dat de klachten van de te snel werkende schildklier terugkomen.
Voordelen
- Behandeling met radioactief jodium is veilig.
- Meestal is 1 behandeling genoeg.
- Radioactief jodium in lage dosering kan het struma soms iets laten slinken maar blijft meestal gelijk.
Nadelen
- De leefregels zijn voor een korte periode, maar u moet ze wel naleven.
- Na de behandeling moet u een kinderwens 6 maanden uitstellen. Zo voorkomt u schade aan het ongeboren kind. Dit geldt voor vrouwen en mannen.
- Er is een zeer grote kans op een traag werkende schildklier waarvoor u uw hele leven schildklierhormoon tablet moet blijven slikken. De kans dat uw schildklier blijvend te traag gaat werken is 25% in de eerste 5 jaar. Op de lange termijn is deze kans 50%.
- Er is een kleine kans van 20% dat uw schildklier opnieuw te snel gaat werken. U krijgt dan nog een keer dezelfde behandeling. De kans dat dit gebeurt hangt af van hoeveel radioactief jodium u krijgt.
- In de 2 jaar na de behandeling kunnen de antistoffen tegen de TSH-receptor op de schildklier stijgen. Daarom is deze behandeling minder geschikt voor vrouwen met veel antistoffen. Deze antistoffen gaan namelijk via de moederkoek naar de baby. Is een vrouw met veel antistoffen zwanger? Dan kan de schildklier van de baby te snel gaan werken. Extra controles van de baby zijn daarom nodig. Ernstige gevolgen komen bijna nooit voor.
- Heeft u geen oogklachten of milde oogklachten? Dan heeft u 15% kans dat u (een lichte verergering van) oogklachten krijgt door het radioactief jodium. Heeft u nog veel actieve oogklachten? Dan wordt deze behandeling niet aangeraden. Overleg met uw behandelaar.